19444 |
binnenplaats |
binnenplaats:
binne-plaats (Q098p Schimmert),
binneplaats (Q098p Schimmert),
cour (fr.):
cour (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
plaats:
plaats (Q098p Schimmert),
plei:
pleij (Q098p Schimmert),
werf:
werf (Q098p Schimmert)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
kalotje (<fr.):
klùtske (Q098p Schimmert)
|
mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21820 |
binnensmonds praten |
prevelen:
prevele (Q098p Schimmert),
prēvele (Q098p Schimmert)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
binnenstebuiten:
binneste boete van ⁄n kleid (Q098p Schimmert)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetèsch (Q098p Schimmert),
binnetèsj (Q098p Schimmert)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
bioscoop:
Karte 240.
bioscoop (Q098p Schimmert),
cinema:
cinema (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
Karte 240.
cinema (Q098p Schimmert),
film:
Karte 240.
film (Q098p Schimmert)
|
(Ich gehe ins) Kino. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
diocees (<fr.):
n diocees (Q098p Schimmert)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
enne bisschep (Q098p Schimmert)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33936 |
bit |
gebit:
gǝbet (Q098p Schimmert)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
33938 |
bitringen |
ringen:
reŋ (Q098p Schimmert)
|
De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44]
I-10
|