19659 |
stofblik |
troffel:
trufəl (Q098p Schimmert),
troffeltje:
truffelke (Q098p Schimmert)
|
blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] || Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)]
III-2-1
|
18357 |
stoffen pantoffel |
slof:
schlôffe (Q098p Schimmert)
|
sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20306 |
stok of twijg om een kind te straffen |
gots:
⁄n gôêtsch (Q098p Schimmert),
piezel:
cf. VD s.v. "piezel"4. bullepees
eine piesel (Q098p Schimmert)
|
een stok of twijg om een kind te straffen [lat] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20033 |
stokroos |
stokroos:
stok roos (Q098p Schimmert),
stokroos (Q098p Schimmert)
|
stokroos (althea rosea L.) [N 73 (1975)], [N 92 (1982)]
III-2-1
|
31443 |
stokschaar, bankschaar |
stekscheer:
štɛkšē̜r (Q098p Schimmert)
|
Handschaar voor plaatmetaal waarvan het uiteinde van één tangbeen haaks is omgebogen zodat dit in de bankschroef kan worden geklemd of in een gat in de baan van het aambeeld kan worden geplaatst. Op deze wijze kan meer kracht worden gezet bij het knippen van zwaardere plaatsoorten. Zie ook afb. 140. De informant uit L 329 kende twee uitvoeringen van deze schaar die alleen in grootte van elkaar verschilden. Vgl. de woordtypen grote en kleine plaatscheer. [N 33, 265; N 33, 290; N 64, 3a; N 66, 4a;]
II-11
|
20519 |
stokvis |
stokvis:
schtokvŏsch (Q098p Schimmert),
schtôkvŭsch (Q098p Schimmert),
sjtòkvəsj (Q098p Schimmert)
|
bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18683 |
stola |
stola (lat.):
schtola (Q098p Schimmert),
schtōla (Q098p Schimmert),
sjtola (Q098p Schimmert)
|
De stola, de stool. [N 96B (1989)] || stola, lange brede damessjaal van dunne stof of van bont [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|
24995 |
stollen |
beleveren:
belèvere (Q098p Schimmert)
|
stollen [SGV (1914)]
III-4-4
|
19559 |
stolp |
kaasstolp:
kaessjtölp (Q098p Schimmert),
kēēsschtolp (Q098p Schimmert),
stolp:
sjtolp (Q098p Schimmert)
|
kaasstolp [N 20 (zj)] || stolp [SGV (1914)]
III-2-1
|
23446 |
stolp over een heiligenbeeld |
stolp:
schtülp (Q098p Schimmert)
|
Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)]
III-3-3
|