e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafelmes mets: mets (Schimmert), mèts (Schimmert) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak (alg.) tak: eine tak (Schimmert), tak (Schimmert), tek (Schimmert), WLD  tak (Schimmert) (jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
tak die meegenomen werd op de laatste schooldag. meiboom: maibaum (Schimmert), vakantiemei: vakantiemei (Schimmert) De tak die meegenomen werd op de laatste schooldag. [N 88 (1982)] III-3-2
tak op ingezaaid land rijs: ris (Schimmert), stropop: struǝpup (Schimmert), strowis: struǝwęš (Schimmert) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
tak van een geslacht familietak: ennen femiele-tak (Schimmert), tak: de tak van ein femelĭĕ (Schimmert), tak (Schimmert) afkomst, afstamming; bloedverwantschap in neerdalende lijn [komaf, tuk, afkomst] [N 87 (1981)] || de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: WLD  krŏan (Schimmert), kruin: de kroun (Schimmert), tak (mv.): tek (Schimmert) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
takken krijgen tak (mv.) krijgen: de boum begint tèk te kriege (Schimmert), takken: WLD  tâkke (Schimmert), takken krijgen: de boum begint takke te kriege (Schimmert) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
takkenbos, bussel hout schans: (takken uitgezaagd van fruitbomen).  schjans (Schimmert) takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
talud graaf: grāf (Schimmert) De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.] I-8
tamme kanarie pietje: pietje (Schimmert) Hoe noemt u de tamme kanarie? (kernollievogel, konijnevogel, pietje) [N 104 (2000)] III-2-1