id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
24518 | varen (alg.) | varen: varen (Schimmert), varens (Schimmert), WLD vāārn (Schimmert) | Varen, een exemplaar van de klasse van overblijvende sporendragende planten (varen, varink, portemonnaie, paddevaal, vaar, foezjéér, vlaander, hanekam) [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: varens [N 73 (1975)] III-4-3 |
34297 | varken | varken: vęrǝkǝ (Schimmert), vɛrkǝ (Schimmert), vɛrǝkǝ (Schimmert), vɛ̄rkǝ (Schimmert) | Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12 |
34298 | varken (bijzondere namen) | kuus: kyš (Schimmert) | In de Nijmeegse vragenlijst 19 vraag 2 werd gevraagd: "Kent uw dialect bijzondere namen voor varken?" In het lemma ''varken'' (1.1.1) zijn de algemene benamingen voor het varken ondergebracht; in dit lemma de bijzondere. Er is overlapping in de naamgeving. [N 19, 2; monogr.; Vld] I-12 |
34328 | varken met een doorgezakte rug | doorgezakte (bijvgl. nmw.): dōrgǝzakdǝ (Schimmert) | [N 76, 19] I-12 |
34327 | varken met een te hoge rug | kromme: kromǝ (Schimmert) | [N 76, 18] I-12 |
34301 | varken met hangende oren | landvarken: lantvɛrǝkǝ (Schimmert) | Varken van het ras dat hangende oren heeft. [N 76, 1a] I-12 |
34302 | varken met staande oren | york: jø̜rǝk (Schimmert) | Varken van het ras dat staande oren heeft. [N 76, 1b] I-12 |
34316 | varken van acht tot twaalf weken | scheuteling: sxø̄tǝleŋ (Schimmert), šø̄tǝleŋ (Schimmert) | De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12 |
34317 | varken van drie tot vijf maanden | mestvarken: mɛsvɛrǝkǝ (Schimmert) | Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12 |
34353 | varkenspest | varkenspest: varkenspest (Schimmert) | De klassieke varkenspest. Een zeer gevaarlijke en zeer besmettelijke ziekte die veoorzaakt wordt door een virus dat huid, organen en vooral de tonsillen aantast. [N 76, 56; N 76, 53] I-12 |