e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkleumd stijf: sjtief van kauw (Schimmert), verkild: verkêld (Schimmert) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verknippen, versnijden verknippen: vǝrknepǝ (Schimmert) Door verkeerd knippen het te maken kledingstuk bederven. [N 62, 24; MW] II-7
verkoper verkoper: verkuiper (Schimmert) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkouden verkoud: vərkouwt (Schimmert), verkouden: verkouwe zin (Schimmert), verkâûwe (Schimmert), vervangen: vǝrvaŋǝ (Schimmert) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] I-9, III-1-2
verkwanselen verknoeien: is veul verknoijd (Schimmert), verknoije (Schimmert), verkwanselen: verkwansele (Schimmert) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verkwisten verknoeien: verknooie (Schimmert), vertoelebassen?: vertôêlebasse (Schimmert) op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlagen afzetten: ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  āāfzeste (Schimmert), minder zijn: de bakke zin minder (Schimmert) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen beschaamd: beschêêmp (Schimmert), besjèèmp (Schimmert), besjèèmpt (Schimmert), bleu: blĕŭ (Schimmert) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verlegen (zijn) verlegen: verlège zin (Schimmert) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verliezen verliezen: verleeze (Schimmert, ... ), verleze (Schimmert, ... ), verspelen: (bij spel).  versjpele (Schimmert, ... ) verliezen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2