| 30166 |
vierkante voegspijker |
recht voegijzer:
rɛx ˲vōx˱īzǝr (Q098p Schimmert)
|
Voegspijker waarvan het blad een vierkante doorsnede heeft. In Q 100 en Q 101 werd de vierkante voegspijker gebruikt om natuursteen te voegen, in L 382 om terugliggend voegwerk te maken. In Q 121 noemde men voegwerk dat met behulp van dit werktuig was gemaakt: 'viereckewerk' ('vēr`'kwęrǝk'). In Q 99* was dit type voegspijker zeldzaam en het had daarom ook geen specifieke naam. In Q 202 was de vierkante voegspijker onbekend, wel kende men daar een 'driehoekig ijzer' ('drējhukex˱ īzǝr'). [N 32, 33c; monogr.]
II-9
|
| 25306 |
viertel, maat van 7,5 l. |
tob:
eine top (Q098p Schimmert)
|
de maat die een inhoud aangeeft van ± 7,5 liter = 1/20 aam (± 150-160 liter) [viertel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
broodmaaltijd
də koffie (Q098p Schimmert),
koffiedrinken, het -:
’t kóffiedrinke (Q098p Schimmert)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 23762 |
vigilie |
vigilie (<lat.):
vigilie (Q098p Schimmert)
|
De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 21537 |
vijf centiem |
knabje:
knèpke (Q098p Schimmert),
knêpke (Q098p Schimmert)
|
een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21542 |
vijf frank |
stuk:
(= 5 francs).
ein sjtuk (Q098p Schimmert),
vijf frank:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
vīēf frang (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
vijf-frankstuk:
vief frang sjtuk (Q098p Schimmert)
|
5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] || zilveren geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 23739 |
vijf wonden van christus |
vijf wonden:
de vief wonden (Q098p Schimmert)
|
De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 21610 |
vijf-guldenstuk |
gouden vijfje:
e gouwe viefke (Q098p Schimmert),
stuk van vijf gulden:
ps. het woord stuk letterlijk overgenomen (dus zonder j).
e stuk van vief gulle (Q098p Schimmert),
vijf goudstuk:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
e vief goudschtŏk (Q098p Schimmert)
|
vijf-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
kwartsje (Q098p Schimmert),
Note v.d. invuller:
kwartje (Q098p Schimmert)
|
een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21621 |
vijftig frank |
vijftig frank:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).
fīēftig frang (Q098p Schimmert)
|
50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|