e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wolfskers slaapbes: sjlo͂ap bes (Schimmert), wolfskers: WLD  wolfskers (Schimmert) Wolfskers (atropa belladonna). Plant uit bosrijke bergstreken, als artsenij-gewas gekweekt en soms verwilderd. De bladeren zijn gaafrandig met 1 tot 3, meestal enigszins overhangende, paarsachtig bruine bloemen in de oksels. De bessen zijn zwart en zeer g [N 92 (1982)] III-4-3
wolkenbank bank: bánk (Schimmert), en bánk (Schimmert), ⁄n bank (Schimmert) lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)] III-4-4
wollegras pluis: pluus (Schimmert), pluisgras: WLD  plŭŭsgrāās (Schimmert), vlokje: vlokke (Schimmert) Wollegras (eriophorum 20 tot 60 cm grote plant. De plant is dicht zodevormig, naar de top driekantig; aartjes 3-5; de vruchten hebben een lange, witte, wollige pluis. Bloeitijd in april en mei. Algemeen (veenvlok, pluisje, lok, vlok). [N 92 (1982)] III-4-3
wolschaap texel: texel (Schimmert) Schaap van een ras dat vooral goed is voor de wol. [N 77, 1g] I-12
wonde wonde: won (Schimmert), wŭn (Schimmert) Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)] III-1-2
wonder wonder: wonder (Schimmert) wonder [SGV (1914)] III-3-3
wonderdoener wonderdoener: wŭnder dooner (Schimmert) Een wonderdoener. [N 96D (1989)] III-3-3
wonderen doen wonderen verrichten: wŭndere verrichte (Schimmert) Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)] III-3-3
wonen huizen: hoeze (Schimmert), nest hebben: nès (Schimmert), nestje hebben: nèske hubbe (Schimmert), wonen: wone (Schimmert), woonə (Schimmert) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] || huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)] III-2-1, III-4-1
woonwagen barak: Van Dale: barak, 1. (houten) gebouw van eenvoudige constructie als tijdelijk woonverblijf, in t bijz. voor soldaten en arbeiders.  brak (Schimmert, ... ) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2