18972 |
zedig |
zedig:
zedig (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
Zedig. [N 96D (1989)] || zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-3
|
23957 |
zedigheid |
zedigheid:
zedigheid (Q098p Schimmert)
|
Zedigheid. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19560 |
zeef |
zeef:
zeef (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
zēēf (Q098p Schimmert),
zift:
zif (Q098p Schimmert)
|
zeef [SGV (1914)], [ZND 48 (1954)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33225 |
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen |
zeef:
zēf (Q098p Schimmert
[(mv zēvǝr)]
)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d]
I-5
|
33590 |
zeekool |
kelen:
WLD ?
kēēle (Q098p Schimmert)
|
De overblijvende plan met dikke knoestige wortelstok en talrijke uitlopers waaruit hier en daar stengels opstijgen; de bladen geven een zeer vroege, smakelijke groente waarmee men ze in het voorjaar tegen de invloed van het licht beschermt; zeekool (oudew [N 82 (1981)]
I-7
|
19472 |
zeemlap |
leren lap:
lêrelap (Q098p Schimmert)
|
zeem (leder) [SGV (1914)]
III-2-1
|
18723 |
zeep |
zeep:
ze deit den aafwäsj nog ummer mit greun zeip (Q098p Schimmert)
|
Zeep. Ze doet de afwas nog altijd met goede zeep. [DC 35 (1963)]
III-1-3
|
24789 |
zeepkruid |
zeepkruid:
zeip kroet (Q098p Schimmert),
WLD
zeīp-kroet (Q098p Schimmert)
|
Zeepkruid (saponaria officinalis 40 tot 80 cm hoog. De plant heeft een kruipende wortelstok en vele ondergrondse uitlopers; de stengels groeien iets rechtop en zijn iets ruw; de bladeren zijn elliptisch of langwerpig en groeien kruisgewijs, ze zijn gaaf [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19644 |
zeepsop |
luter:
lùeter (Q098p Schimmert),
(Zeip).
luèter (Q098p Schimmert),
sop:
sop (Q098p Schimmert)
|
Hoe noemt u de oplossing van zeep en water? (zeepsop, zeepnat) [N 104 (2000)] || sop [SGV (1914)] || zeepsop [SGV (1914)]
III-2-1
|
19343 |
zeer blij |
blij:
blie (Q098p Schimmert),
erg blij:
erg bliej (Q098p Schimmert)
|
zeer blij [frut] [N 85 (1981)]
III-1-4
|