e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

Gevonden: 6515
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brengen brengen: brìnge (Schimmert) brengen [SGV (1914)] III-1-2
bretel bretel (<fr.): bretels (Schimmert), help: helpe (Schimmert, ... ) bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)] III-1-3
breuk breuk: breuk (Schimmert) breuk [SGV (1914)] III-1-2
breukhengst (een) gebroken (hengst): gebrǭkǝ (Schimmert) Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c] I-9
brevier brevier (<lat.): breveer (Schimmert) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: bre.f (Schimmert), breef (Schimmert) brief [RND], [SGV (1914)] III-3-1
briefkaart briefkaart: breefkaart (Schimmert), brēēfkaart (Schimmert) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
briesen briesen: brisǝ (Schimmert), spruisen: šprusǝ (Schimmert) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
brik brik: brek (Schimmert) Vierwielig hoog rijtuig waar men van achteren in gaat en waarin de banken tegen de zijwanden van de bak geplaatst zijn. De koetsier heeft een aparte bok. Dit type rijtuig werd vaak door deftige heren gebruikt om op jacht te gaan. [N 17, 5; N 101, 11; N G, 51; monogr] I-13
briket briket: briket (Schimmert) (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] III-2-1