23981 |
generale biecht |
generale biecht:
generaalbiech (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
generale biech (Q032p Schinnen)
|
Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18165 |
genezen |
beter:
bèter (Q032p Schinnen),
bèèter (Q032p Schinnen)
|
Genezen: hersteld, beter (klaar). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18817 |
genoegen (doen) |
trek:
trèk (Q032p Schinnen),
voldaanheid:
voldoōnheid (Q032p Schinnen)
|
tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
goedje:
gø̄tjǝ (Q032p Schinnen),
hof:
[hof] (Q032p Schinnen)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
30781 |
geperforeerd glas |
geperforeerd glas:
gǝpɛrfōrērt ˲glās (Q032p Schinnen)
|
Gegoten vensterglas met trechtervormige openingen dat voor ventilatiedoeleinden wordt gebruikt. [N 67, 89j]
II-9
|
31088 |
gepind werk |
gepind werk:
gǝpent węrk (Q032p Schinnen)
|
Schoenwerk dat met houten pennen is vervaardigd. [N 60, 148b]
II-10
|
17560 |
geraamte |
geraams:
gerêms (Q032p Schinnen)
|
geraamte, skelet [SGV (1914)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
af:
ááf (Q032p Schinnen),
klaar:
klaor (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
kloar (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
vaardig:
ferdig (Q032p Schinnen),
veirdig (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
vèèrdig (Q032p Schinnen),
véérdig (Q032p Schinnen)
|
gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar [SGV (1914)] || klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
27322 |
gereedschapskist |
gereedschapskist:
gǝręjtšapskes (Q032p Schinnen)
|
Kist waarin de schilder zijn gereedschap opbergt. [N 67, 99e]
II-9
|
29055 |
geren |
geren:
gērǝ (Q032p Schinnen),
gē̜rǝ (Q032p Schinnen)
|
Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10]
II-7
|