e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

Gevonden: 4527
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
feestdag van sint-servatius sint-servaas: sint servoas (Schinnen), st servaos (Schinnen), sint-servaasdag: st servaosdaag (Schinnen) 13 mei, de H. Servatius [Sintervaos]. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-valentijn bloemendag: bloomedaag (Schinnen), valentijndag: valentijdaag (Schinnen), valentijnsdag: valentijnsdaag (Schinnen, ... ) 14 februari, H. Valentijn. [N 96C (1989)] III-3-3
feesten feesten: feisten (Schinnen), fieeste (Schinnen) Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
feestpredicatie feestpredik: fèèsprèdich (Schinnen) Een feestpredikatie. [N 96B (1989)] III-3-3
fiets fiets: fiets (Schinnen), fits (Schinnen), ps. omgespeld volgens IPA.  fīts (Schinnen) fiets: Mn - is stuk, ik moet lopen [DC 35 (1963)] || Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)] III-3-1
fietsen fietsen: fietsen (Schinnen), fitsə (Schinnen) op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)] III-3-1
fijt fijt: fiet (Schinnen, ... ) nagelontsteking: De ontsteking van a) heeft ook het beenvlees van een vingerkootje aangetast; fijt (zwart, daal, vijt, fijt, fijk, fiek). [N 84 (1981)] III-1-2
filet, haas filet: fielet (Schinnen), fiêlee (Schinnen), ossehaas: ossehaas (Schinnen) lendestuk; Hoe noemt U: Lendestuk, ossehaas (ossehaas, harst, osseharst, runderharst, filet) [N 80 (1980)] III-2-3
filiaal filiaal (<fr.): filiaal (Schinnen) de tak van een handelshuis op een andere plaats dan waar het hoofdgebouw gevestigd is, bijwinkel [succursaal, filiaal, bijwinkel] [N 89 (1982)] III-3-1
fladderen fladderen: fladdere (Schinnen), flodderen: floddere (Schinnen) fladderen op gebrekkige wijze of bij korte beurten vliegen, gezegd van jonge vogels (flodderen, plodderen, plodden, vluggen, flaggeren, floddervleugelen) [N 83 (1981)] III-4-1