e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heen en weer (bewegen) op en af: hao löp op en aaf (Schinnen) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4
heer god in frankrijk: god in fraŋkri:k (Schinnen) heer [RND] III-3-1
heerbaan keerstraat: keerstraot (Schinnen) een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)] III-3-1
hees, schor hees: heisj (Schinnen) hees [SGV (1914)] III-1-2
hefboom haam: hām (Schinnen) De hefboom, onderdeel van de draaiboom, waarmee de ketel kan worden opgetild. Zie afb. 16. [N 57A, 4.8; N 57, 9 add.] II-2
heggenmus heggenmus: hegkemusch (Schinnen) Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
heggenrank duivelskers: ook voor de zwarte nachtschade*  duvelskeesche (Schinnen) heggerank [DC 43 (1968)] III-4-3
heilaarde, dichte zwarte grond grijze klei: griezə kleij (Schinnen) zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)] III-4-4
heilig heilig: heilig (Schinnen, ... ), hèilig (Schinnen), hèllig (Schinnen) heilig [SGV (1914)] || Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilig graf zijaltaar: ziejaltoar (Schinnen), ziejeltjer (Schinnen) De plaats, het rustaltaar waar op Witte Donderdag de geconsacreerde Hostie bewaard wordt, het H. Graf. [N 96C (1989)] III-3-3