e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong bier jongbier: joŋkbēr (Schinnen) Bier dat de hoofdgisting heeft ondergaan, vers gebrouwen bier. Volgens de invuller uit L 250 duurde het nagisten vroeger tweeëneenhalve maand terwijl er tegenwoordig slechts drie weken voor nodig zijn. [N 35, 72; monogr.] II-2
jong en kaal vogeltje kats vogeltje: katsj veugelke (Schinnen), kweker: kwèker (Schinnen) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kaal: kaal (Schinnen) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong mannelijk schaap tot ongeveer een half jaar ram: ram (Schinnen) [N 77, 4] I-12
jong van een dier jong: jonk (Schinnen), joŋk (Schinnen), eigen spellingsysteem  jonk (Schinnen), jongen (mv.): WLD  jonge (Schinnen), klein beestje: klei biesjke (Schinnen) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] || klein beestje [DC 37 (1964)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bak (Schinnen), baggen (mv.): bage (Schinnen), baqǝ (Schinnen), bagje: bɛxskǝ (Schinnen) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jong vrouwelijk schaap tot ongeveer een half jaar germpje: germkǝ (Schinnen) [N 77, 5] I-12
jonge gans gansje: gai̯skǝ (Schinnen), gø̄i̯skǝ (Schinnen), jong gansje: joŋ gai̯skǝ (Schinnen) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit lammetje: lɛmkǝ (Schinnen) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip pul: pø̜l (Schinnen) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12