e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koffie koffie: koffèe (Schinnen) koffie [SGV (1914)] III-2-3
koffiedik koffiedras: koffee dras (Schinnen) koffiedik [SGV (1914)] III-2-3
kogelkwast kogelkwast: kōgǝlkwas (Schinnen) Dikke, ronde kwast die vooral wordt gebruikt bij het schilderen van plafonds met lijmverf. [N 67, 44d] II-9
koken koken: kǭkǝ (Schinnen), opkoken: opkǭkǝ (Schinnen) De hoofdwort en/of de nawort in de wortketel koken. Volgens de respondent uit L 325 duurde dit proces twee uur. [N 35, 42; monogr.] II-2
koken (intr.) koken: kaoke (Schinnen), kôôkə (Schinnen) koken [DC 03 (1934)], [RND] III-2-3
kom komp: koͅmp (Schinnen) kom [SGV (1914)] III-2-1
komen komen: komme (Schinnen), kōmə (Schinnen) komen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
komisch komisch: komiesj (Schinnen), komisch (Schinnen), schuins: sjuins (Schinnen) lachwekkend omdat de tegenstelling tussen het gepretendeerde en het werkelijke doorzien wordt [komisch, vies] [N 85 (1981)] III-1-4
konijn konijn: kenien (Schinnen) konijn [SGV (1914)] III-2-1
konijnenhol hol: WLD  hoal (Schinnen), pijp: eigen spellingsysteem  pieëp (Schinnen) Hoe noemt u het in de grond uitgegraven verblijf van een konijn (kneut, pijp, potje) [N 83 (1981)] III-4-2