e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
turfmolm molm: molm (Schinnen, ... ) [SGV (1914)]Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enquête S samengevoegd met de opgaven van de enquêtevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enquêtes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24] I-7, II-4
tussenbeenlengte - bij broeken schredelengte: šritlęŋtǝ (Schinnen) Maat genomen van het kruis tot de grond. Zie afb. 29. [N 59, 47b] II-7
tussenpersoon makelaar: makeleir (Schinnen) een tussenpersoon in de handel (van producent naar winkelier) [makkeljon] [N 89 (1982)] III-3-1
tweede luiden voor de mis alle klokken luiden: alle klokke loewe (Schinnen), trumpen: t trumpe (Schinnen), trumpe (Schinnen, ... ), vijf minuten voor aanvang  t trumpe (Schinnen, ... ) De klok luiden vóór de aanvang van de doordeweekse mis(sen). [N 96A (1989)] || Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] || Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] III-3-3
twijg, jonge tak vits: witsj (Schinnen), eigen spellingsysteem  wiets (Schinnen), wis: WLD  wièsj (Schinnen) Een twijg, een jonge tak (bent, twijg, wis, sprik, tak, teen). [N 82 (1981)] III-4-3
ui, ajuin un: mv. unne  un (Schinnen) [DC 13 (1945)] I-7
uier udder: ødǝr (Schinnen) De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11
uieren vervleug: vǝrvlø̄x (Schinnen) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uierkwartier kwartier: kwartēr (Schinnen) Kwartier van de koeuier in het algemeen. [A 9, 12] I-11
uil uil: uul (Schinnen) uil [SGV (1914)] III-4-1