e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
visvangst raffel: raffel (Schinnen), vangst: vangs (Schinnen), vangst (Schinnen) Alles wat men vangt bij het vissen [vangst, rafel]. [N 88 (1982)] III-3-2
vlaamse gaai markolf: merkuf (Schinnen, ... ) Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] || meerkol [SGV (1914)] III-4-1
vlag vaan: vaan (Schinnen, ... ) vlag [SGV (1914)] || vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)] III-3-1
vlak, gelijk vlak: vlaak (Schinnen) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlaktex plat: ⁄t is plat (Schinnen), vlak stuk: ə vlak sjtök (Schinnen) vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
vlechten vlechten: vlechten (Schinnen), vlèchtə (Schinnen) lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)] III-1-1
vleermuis vlaarmuis: vlaarmoes (Schinnen) vleermuis [DC 40 (1965)] III-4-2
vlees vlees: fleisj (Schinnen) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vlees derven vasten: vaste (Schinnen) Zich onthouden van vlees e.d., zich vlees e.d. ontzeggen. [N 96D (1989)] III-3-3
vleesschaap texels ras: tɛsǝlsǝ ras (Schinnen) Schaap van een ras dat vooral goed is voor het vlees. [N 77, 1h; monogr.] I-12