e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voet voet: voot (Schinnen, ... ), vout (Schinnen), vuit (Schinnen) voet [SGV (1914)] || Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] || voeten [SGV (1914)] III-1-1
voet (alternatieve benamingen) knook: knôk (Schinnen), poot: poot (Schinnen), pŏit (Schinnen), puət (Schinnen) Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] III-1-1
voet, maat van 0,28 m voet: voot (Schinnen) de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)] III-4-4
voetbalwedstrijd wedstrijd: wedstrijd (Schinnen) Voetbalwedstrijd. III-3-2
voetenbankje voetenbankje: vootebenkske (Schinnen, ... ) Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voetganger voetganger: voetganger (Schinnen), vootgèngər (Schinnen) een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)] III-3-1
voetgangershek haspel: haspǝl (Schinnen), stegel: štēgǝl (Schinnen) Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in √©√©n lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.] I-8
voetgebeden voetgebeden: voetgebeden (Schinnen) De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)] III-3-3
voetzool onder de voet: onder de voot (Schinnen), onger de voot (Schinnen), zool: zoôl (Schinnen) zool [DC 01 (1931)] III-1-1
vogel op de schutsboom vogel: vogel (Schinnen, ... ) De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)] III-3-2