e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vogel, algemeen vogel (enk.): vogel (Schinnen), vogel (mv.): veugel (Schinnen) vogel [SGV (1914)] || vogels [SGV (1914)] III-4-1
vogelkers vogelkers: eigen spellingsysteem  vogelkers (Schinnen) Vogelkers: een struik die in juni bloeit met kleine witte sering-achtige bloemtrossen; de vruchten rijpen in september. Een soort groeit zeer snel en is zo agressief dat hij andere struiken verdringt (vuilboom, meilaar, paduwa, hondskers). [N 82 (1981)] III-4-3
vogelmest vogelstront: vogelsjtront (Schinnen) vogelmest (douane) [N 83 (1981)] III-4-1
vogelpootje, serradelle serradelle: sara`dɛl (Schinnen) Ornithopus sativus Brot. Een 30 tot 60 cm hoge plant met rechtopstaande stengel, veervormige blaadjes en roze-witte bloempjes. De plant bloeit van juni tot de herfst en wordt vooral op zandgonden als bemestingsgewas, maar ook als veevoeder geteeld. [N Q, 3; N 11A, 29c; JG 1a, 1b; R 3, 29; monogr.] I-5
vogeltje dat nog niet kan vliegen kakkerd: kakkert (Schinnen) nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] III-4-1
vogelverschrikker vogelverschrikker: vogelverschrikker (Schinnen) kruis met lappen in de gedaante van een pop om vogels af te schrikken [DC 26 (1954)] I-7
voile voile (fr.): voil (Schinnen), voiletje (<fr.): veùlke (Schinnen) lichte sluier die van een dameshoed afhangt [voile, vool, voel] [N 86 (1981)] III-1-3
volk (mensen) lui: lyj (Schinnen) volk [RND] III-3-1
volk (natie) natie: natie (Schinnen), volk: volk (Schinnen) de gezamenlijke bewoners van een staat [volk, natie, diet] [N 88 (1982)] III-3-1
volkszang samenzang: samenzang (Schinnen), samezangk (Schinnen) Volkszang, samenzang van de gelovigen. [N 96B (1989)] III-3-3