e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

Gevonden: 4527
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doornstruik heggenstok: hèggesjtok (Schinnen) doornstruik [SGV (1914)] III-4-3
doorslaan doorslaan: dōršlǫǝ (Schinnen) Het doordringen van aniline door nieuw opgebrachte verflagen. [N 67, 12c] II-9
dopeling doopkind: deupkènjd (Schinnen), doopkindje: duipkiendje (Schinnen), dopeling: duipeling (Schinnen) de dopeling, het doopkind [N 96D (1989)] III-2-2
dopen dopen: doupe (Schinnen), duipe (Schinnen), duipen (Schinnen), dèèpe (Schinnen), dö.ypə (Schinnen, ... ), soppen: soppe (Schinnen) doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Dopen. [N 96D (1989)] || indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3, III-3-3
doperwten doperwten: eigen spellingsysteem  doperrte (Schinnen), WLD  dopert (Schinnen), kevererwten: eigen spellingsysteem  kevererrte (Schinnen) De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)] I-7
doppen doppen: dø̜pǝ (Schinnen) Het aanbrengen van kleine vlekjes verf met behulp van een spons. [N 67, 80a] II-9
dorp dorp: dörp (Schinnen) dorp [SGV (1914)] III-3-1
dorpel dorpel: dø̜rpǝl (Schinnen) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9
dorpsgenoot een van het dorp: enne van ’t dörp (Schinnen) Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)] III-3-1
dorpsgenoot: specifiek schinoos: šɛnōͅs (Schinnen) Noem het (dialect)woord voor: mensen die in hetzelfde dorp wonen als u? [dorpsgenoot] [N 102 (1998)] III-3-1