| 34542 |
eend |
eend:
ęi̯nj (Q032p Schinnen),
ęi̯ntj (Q032p Schinnen)
|
[JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.]
I-12
|
| 24584 |
eendekroos |
eendemoos:
eenjemoos (Q032p Schinnen)
|
eendekroos [DC 56 (1981)]
III-4-3
|
| 33414 |
eendenhok |
eendenstal:
ē̜ ̞njǝštal (Q032p Schinnen)
|
Afgeschotte ruimte in de stal, doorgaans vlak bij de kippenkooi, waar men eenden houdt. [A 10, 9j]
I-6
|
| 22475 |
eenentwintigen (kaartspel) |
eenentwintigen:
einentwintige (Q032p Schinnen)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 18851 |
eenvoudig |
bedeesd:
bedeesd (Q032p Schinnen),
eenvoudig:
envoudig (Q032p Schinnen),
gewoon:
gewoon (Q032p Schinnen),
gəwoon (Q032p Schinnen),
modest:
modest (Q032p Schinnen)
|
eenvoudig [SGV (1914)] || zonder overdaad, weelde of vertoon, niet voornaam [bedest, gewoon, eenvoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 21517 |
eenzaam |
alleen:
allein (Q032p Schinnen)
|
alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 23709 |
eer aan de vader |
eer aan de vader:
den Eer aan de Vader (Q032p Schinnen),
Eer aan de Vader (Q032p Schinnen)
|
Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18960 |
eerlijk |
eerlijk:
eerlijk (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
eiërlik (Q032p Schinnen),
îe-éérlik (Q032p Schinnen)
|
eerlijk: Jullie moeten die snoepjes - delen [DC 39 (1965)] || zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 22330 |
eerlijk in het spel |
eerlijk:
eerlijk (Q032p Schinnen),
iərlek (Q032p Schinnen)
|
Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 24010 |
eerste communie |
eerste communie (<lat.):
de iësjte kemmune (Q032p Schinnen),
eisjte communie (Q032p Schinnen),
ièsfjte kemmunie (Q032p Schinnen),
kleine communie (<lat.):
de klein kemmune (Q032p Schinnen)
|
De eerste H. Communie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|