e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rand van een hoed luif: leuf (Schinveld) luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)] III-1-3
rank druivenreng (mv.): droeveräng (Schinveld), klijsper: klieesjper (Schinveld), rank: rank (Schinveld), räng (Schinveld) rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)] III-4-3
ranken van de wingerd duivenranken: doeverɛng (Schinveld), ranken: rɛng (Schinveld) [SGV (1914)] I-7
ranzig gats: gats (Schinveld), ranzig: ransig (Schinveld) garstig spek [..] [SGV (1914)] || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
rasp rasp: rasp (Schinveld) rasp [SGV (1914)] III-2-1
raspen raspen: raspe(n) (Schinveld), rijven: rieve (Schinveld, ... ) raspen (w.w.) [SGV (1914)] || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3
rat rat: rat (Schinveld) rat [SGV (1914)] III-4-2
ravotten wrastelen: vraasjele(n) (Schinveld) stoeien [SGV (1914)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen stuiken: sjtōēke (Schinveld) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechtbank gerecht: O  gerich (Schinveld), gericht (Schinveld) rechtbank [SGV (1914)] III-3-1