e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruwe stenen zonnebakkers: zo.nǝbɛkǝš (Schinveld) In de zon gedroogde, maar nog niet gebakken stenen. In de zon gedroogde stenen werden soms gebruikt voor binnenmuren. Voorwaarde was dat ze niet met water in aanraking kwamen. Volgens de invuller uit Q 83 waren de stenen voldoende gedroogd, wanneer zij wit uitsloegen. Men zei dan: de stenen zijn wit (d\ stēn zen wet). [N 30, 53c; N 98, 107; N 98, 164; monogr.; S 37 add.; N 31, 14 add.] II-8
sabbelen zauwelen: zauwele (Schinveld) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacristie sacristie: sakkerstiej (Schinveld) gerfkamer [SGV (1914)] III-3-3
samenspannen een zeil trekken: ee zeel trukke(n) (Schinveld) heulen (met iemand) [SGV (1914)] III-3-1
sandaal sandaal: sandaal (Schinveld) sandaal [N 24 (1964)] III-1-3
saus saus: saows (Schinveld) saus [RND] III-2-3
savooiekool savooiemoes: savooije moos (Schinveld, ... ) [N Q (1966)]savooie kool als gerecht [N Q (1966)] I-7, III-2-3
scapulier scapulier: ee sjabbelae‧r (Schinveld) Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3
schaaf schaaf: šāf (Schinveld) Werktuig, bestaande uit een houten blok waarin een beitel in schuine stand zodanig is bevestigd, dat het snijvlak ervan aan de onderzijde enigszins uitsteekt. De schaaf wordt gebruikt om hout vlak te maken of om er een bepaalde vorm aan te geven. [N 53, 53; S 30; monogr.] II-12
schaal schaal: sjaal (Schinveld), sjoal (Schinveld) schaal [SGV (1914)] III-2-1