e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoenveter riem: reem (Schinveld), rijgriem: riereem (Schinveld), schoensriem: sjoonsreem (Schinveld) schoenveter [rijgsnoer, (rij)reem, sjoonsreim, riereem, riesjtartel, nistel, rienastel, raajnagel, rijnassel, rijgnestel, rijgenast] [N 24 (1964)] III-1-3
schokschouderen de schouders optrekken: de sjouwere optrĕĕke (Schinveld) schokschouderen [SGV (1914)] III-1-2
schommel schokkel: sjokkel (Schinveld, ... ) Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || schommel [SGV (1914)] III-3-2
school school: šuəl (Schinveld) school [RND] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: ṣu.əlkɛ.ijnər (Schinveld) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoolopziener schoolopziender: sjoalopzeender (Schinveld) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoondochter schoondochter: šōndoͅxtər (Schinveld), šōəndoͅxtər (Schinveld) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: šōnmōdər (Schinveld), šōənmōdər (Schinveld) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonouders schoonouders: šōnau̯ərs (Schinveld), šōənau̯əš (Schinveld) schoonouders [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonvader schoonvader: šōnvādər (Schinveld), šōənvādər (Schinveld) schoonvader [DC 05 (1937)] III-2-2