e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vissen vissen: vösje(n) (Schinveld, ... ) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2
vlaaischotel vlaschotel: vlaasjôêtel (Schinveld) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1
vlaamse gaai markolf: merkkŭŭf (Schinveld) meerkol [SGV (1914)] III-4-1
vlag vaan: vaan (Schinveld, ... ) vlag [SGV (1914)] || vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)] III-3-1
vlak, gelijk even: effe(n) (Schinveld), vlak: vlaak (Schinveld) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlees vlees: vleiš (Schinveld) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vlees conserveren inzouten: ezǫwtǝ (Schinveld) Meestal gebeurt dit conserveren door het vlees te zouten, te drogen of te roken, waardoor het vocht uit het vlees trekt. Moderner is de methode om het vlees in te vriezen. De respondent van L 413 vermeldt dat het vlees even wordt rondgedraaid in hete azijn. [N 28, 100; L 8, 128b; monogr.] II-1
vleesmade, larve van de bromvlieg made: mieje (Schinveld) made, vleeswormpje [N 26 (1964)] III-4-2
vleesmolen worstmachien: wušmǝšin (Schinveld) Met de hand bediend molentje dat het vlees tot worstvlees kleinmaalt. Het gemalen vlees wordt door een buisje in de hierover geschoven, schoongemaakte darm geperst. [N 28, 116; N 28, 114; monogr.] II-1
vlegelknuppel, slaghout vlegel: [vlegel] (Schinveld) Het slaghout van de dorsvlegel is 50 à 60 cm lang en wat dikker dan het hout van de steel. Het is niet van het allerhardste hout gesneden, omdat het dan zou barsten bij het slaan op de grond; doorgaans is het van berkehout. Oorspronkelijk werd als benaming van dit "werkende deel" van het gereedschap de naam het geheel genomen, hier dus vlegel; we zagen dat ook bij de ''zeis'' (3.2.1) in aflevering I.3 en de ''zicht'' (4.3.1) in deze aflevering. Het regelmatig voorvoegsel ''vlegel(s)'' in ''vlegel(s)kop'' is niet in dit lemma opgenomen. Voor de fonetische documentatie van het woord(deel) [vlegel] en [vleger] zie het lemma ''dorsvlegel'' (6.1.8). Zie afbeelding 10, b. [N 14, 3c; JG 1a, 1b; L39, 13a; monogr.; add. uit N 14, 3e en 4] I-4