e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

Gevonden: 2469
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zalig zalig: zieelig (Schinveld) zalig [SGV (1914)] III-3-3
zand, zandgrond bosveld: bušvɛljtj (Schinveld), zand: zanjtj (Schinveld), zandgrond: zanjtjgruǝjnt (Schinveld) Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.] I-8
zandsteen kunrader steen: køndǝr štēn (Schinveld) Natuurgesteente, bestaande uit zandvormige kwartskorrels die door een bindmiddel tot een vast geheel verbonden zijn. De kleur ervan kan zeer verschillend zijn. Zandsteen wordt onder meer gebruikt als bouwmateriaal. De 'Kunrader steen' wordt volgens de invuller uit L 427 gedolven in Kunrade bij Voerendaal. 'Crauberger' wordt ook Kunradersteen genoemd en ontleent zijn naam aan het gehucht Crauberg onder Klimmen waar de steengroeven liggen. [N 30, 55c; N 30, 55d; N 30, 55g; N 30, 56] II-9
zanglijster, lijster krammes: krammes (Schinveld) lijster [SGV (1914)] III-4-1
zaniken, zeuren bazelen: Van Dale: bazelen, 1. revelen, onsamenhangende taal spreken; -2. (gewichtig uitpakken maar toch) onzin praten.  bazele(n) (Schinveld), brazelen: brazele(n) (Schinveld), transeneren: Van Dale: transeneren, (gew.) kwellen, plagen, mishandelen.  transeneere(n) (Schinveld) zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zeef zeef: zieef (Schinveld) zeef [SGV (1914)] III-2-1
zeemlap zemelap: zeemelap (Schinveld) zeem (leder) [SGV (1914)] III-2-1
zeep zeep: zie wisj noch ummer af mit greun zeep (Schinveld) Zeep. Ze doet de afwas nog altijd met goede zeep. [DC 35 (1963)] III-1-3
zeepsop luter: lueter (Schinveld) zeepsop [SGV (1914)] III-2-1
zeer warm weer hits: hĕĕts (Schinveld) hitte [SGV (1914)] III-4-4