e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

Gevonden: 2469
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glad, glijdend glad: glet (Schinveld), gläd (Schinveld) glad [DC 39 (1965)], [SGV (1914)] III-4-4
gladde ijzerdraad weidraad: wei̯ǝdrǭt (Schinveld), zware kippendraad: žwǭrǝ kepǝndrǭt (Schinveld) Het gladde ijzerdraad waarmee men weiden omheint. [N M, 6a; N M, 6b; Vld.; monogr.] I-8
glazig glazig: glasig (Schinveld) glazig; Hoe noemt U: Hard en doorschijnend, gezegd van aardappelen (schier, glazerig) [N 80 (1980)] III-2-3
glijden sleuren: sjleere (Schinveld) glijden [SGV (1914)] III-1-2
glimworm goudwormpje: goodwurmke (Schinveld) glimworm [SGV (1914)] III-4-2
gluiperd loerer: luurer (Schinveld), sluiper: sjluuper (Schinveld), vensterensluiper: vinsteresjluuper (Schinveld) gluiper [SGV (1914)] III-1-4
goedkoop billig (du.): billig (Schinveld), goedkoop: gŏwekoop (Schinveld) goedkoop [SGV (1914)] III-3-1
goedzak goedzak: goodzak (Schinveld) goedzak [SGV (1914)] III-1-4
gooien gooien: tegenwoordig ook -  goeije (Schinveld), guizen: goesje (Schinveld), goezjen (Schinveld), smijten: sjmiete (Schinveld, ... ), werpen: werpe (Schinveld) gooien [goesje] [N 38 (1971)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || werpen [SGV (1914)] III-1-2
graaf graaf: groaf (Schinveld) graaf [titel] [SGV (1914)] III-3-1