e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

Gevonden: 2469

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bandschort met borststuk scholk: sjólk (Schinveld) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bangerik bange stub: enne bange sjtuub (Schinveld), piezel: enne piezel (Schinveld), schijthuis: e sjīē‧thoe‧s (Schinveld), zeikerd: enne zeekerd (Schinveld) bangerik [schiethoes] [N 07 (1961)] III-1-4
baret baret (<fr.): baret (Schinveld) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barrevoets baars: ba:ṣ (Schinveld), barvoets: bèrves, bärves (Schinveld), bɛrvəs (Schinveld) barrevoets [SGV (1914)] || blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: be̝ͅt (Schinveld) bed [RND] III-2-1
bedevaart bedeweg: bĕĕjwêg (Schinveld), bééwéég (Schinveld) bedevaart [SGV (1914)] || Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] III-3-3
bedorven ei vuile eieren: vul ęi̯ǝr (Schinveld) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12
bedriegen bedriegen: bedreege(n) (Schinveld), beliegen: belugen (Schinveld) bedriegen [SGV (1914)] || bedriegen: Als hij kans ziet zal hij proberen je te - [DC 35 (1963)] III-1-4
bedroefd bedroefd: bedreufd (Schinveld), triestig: tristig (Schinveld) bedroefd [SGV (1914)] III-1-4
bedsprei bedsprei: be̝ͅtšprēͅi̯ (Schinveld) bedsprei [RND] III-2-1