| 28206 |
steengruis |
keitjes:
kękǝs (P052p Schulen),
kiezel:
kizǝl (P052p Schulen),
kīzǝl (P052p Schulen)
|
Kleine stukjes steen waarmee men wegen bedekt. Voor een verklaring van het woordtype ɛbrokkeljonɛ zie men de toelichting bij het lemma ɛmokerɛ (WLD II.9, blz. 15) waarin ɛbrokkeljonɛ in verband wordt gebracht met het Franse ɛbriquallonsɛ en het Waalse ɛbricayonsɛ ø̄steenpuinø̄.' [L 24, 28a; monogr.]
I-8
|
| 19637 |
steenkool |
kolen:
keulen (P052p Schulen, ...
P052p Schulen)
|
steenkool [ZND 04 (1924)], [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
| 21421 |
stelen |
stelen:
steələ (P052p Schulen)
|
stelen [ZND 25 (1937)]
III-3-1
|
| 32971 |
stengel, steel |
stam:
stam (P052p Schulen
[(van kool)]
),
stengel:
stɛŋǝl (P052p Schulen)
|
Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
| 34050 |
stier |
var:
vēr (P052p Schulen),
vē̜r (P052p Schulen),
vɛr (P052p Schulen)
|
Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15]
I-11
|
| 33979 |
stijgbeugels |
stijgbeugels:
stibīǝ.gǝls (P052p Schulen)
|
Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b]
I-10
|
| 28975 |
stiksteek |
achtersteek:
axtǝrstēk (P052p Schulen)
|
Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46]
II-7
|
| 28859 |
stikzijde |
stikzij(de):
stekzej (P052p Schulen)
|
Zijdegaren om mee te stikken of te naaien. [N 59, 7c; N 59, 7a; N 62, 57]
II-7
|
| 34018 |
stilstaan |
hou:
hōu̯ (P052p Schulen)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|
| 24565 |
stinkende gouwe |
stinkend kruid:
stinkend kruid (P052p Schulen)
|
schelkruid [ZND 06 (1924)]
III-4-3
|