e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schulen

Overzicht

Gevonden: 1625
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kous: algemeen kous: kōs (Schulen) kous (bedekt de voet en het been tot vlak onder of tot boven de knie) [ZND 16 (1934)] III-1-3
kouter kouter: kō.tǝr (Schulen) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraagmantel pelerine (<fr.): pelərin (Schulen) een ouderwetse kraagmantel (pellerine?) [N 59 (1973)] III-1-3
kraagpunt kraagbreedte: kraxbrītǝ (Schulen) Het spits toelopende uiterste deel van de legger van de kraag aan de schouderzijden, haaks op de revers. [N 59, 122b] II-7
kraaltjes parels: pjals (Schulen) kraaltjes [RND] III-3-2
kraan van de metalen gierton kraan: krǭǝn (Schulen) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kraanvogel krienekraan: krienekrø̄ən (Schulen), krīnəkrø̄ən (Schulen) kraanvogel [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)] III-4-1
kramer kramer: iemand die met een winkelwagen rond rijdt  kraomer (Schulen) Kramer. [ZND 36 (1941)] III-3-1
krant gazet (<fr.): gəzät (Schulen) krant [ZND 17 (1935)] III-3-1
kribbebijter kribbijter: krebē̜ǝ.tǝr (Schulen) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9