e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

Gevonden: 6012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doedelzak doedelzak: doedelzak (Sevenum, ... ) Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)] III-3-2
doek doek: hee vreef zien schoon op met innun dook (Sevenum), hij vrèef zien schoon op met ⁄nen dook (Sevenum) Doek. Hij wreef z’n schoenen op met ’n doek. [DC 35 (1963)] III-1-3
doel goal (eng.): de gool (Sevenum) Het doel. [DC 49 (1974)] III-3-2
doel bij verstoppertje spelen pot: pot (Sevenum, ... ) Het doel bij het verstoppertje spelen [buut]. [N 88 (1982)] III-3-2
doelloos friemelen duimen draaien: dōēme dreije (Sevenum), vingers draaien: vingers dréjje (Sevenum) haffelen: Doelloos met de handen spelen (haffelen, krawietelen). [N 84 (1981)] III-1-2
doelman keeper (eng.): kieper (Sevenum) Doelverdediger. [DC 49 (1974)] III-3-2
doelpunt goal (eng.): gool (Sevenum) Doelpunt. [DC 49 (1974)] III-3-2
dof, gedempt van geluid dof: dòf (Sevenum, ... ), hol: hōl (Sevenum) niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)] III-4-4
doffer, mannelijke duif doffer: dòffer (Sevenum), hoorn: haòre (Sevenum, ... ), hórə (Sevenum), fr. nôtre  hôre (Sevenum) duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] || mannetjesduif [SGV (1914)] III-4-1
dokteren meesteren: meistere (Sevenum, ... ) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 84 (1981)] III-1-2