21313 |
eed |
eed:
eid (L266p Sevenum),
ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë.
īēëd (L266p Sevenum)
|
eed [SGV (1914)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
eikhöörntje (L266p Sevenum),
inkhöreske (L266p Sevenum),
eekkatsje:
eikketske (L266p Sevenum),
inkkätske (L266p Sevenum),
ènketske (L266p Sevenum)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)], [Roukens 03 (1937)] || eekhorentje [SGV (1914)]
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
zwel:
zwael (L266p Sevenum),
zweel (L266p Sevenum)
|
eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] || eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
33803 |
eeltwrat, zweelwrat |
zweelwratten:
zwēlvratǝ (L266p Sevenum)
|
Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16]
I-9
|
18942 |
een aanmerking maken |
besnuiten:
besnutte (L266p Sevenum),
cf. WNT s.v. "snuiten (I)"3. iemand snuiten: hem iets onaangenaams te hooren geven
besnutte (L266p Sevenum)
|
iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
aaflaot verdeene (L266p Sevenum),
aflaot verdeene (L266p Sevenum)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22483 |
een april |
een april:
ieen april (L266p Sevenum)
|
De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23781 |
een askruisje halen |
assekruisje halen:
assekrüske hale (L266p Sevenum)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
27005 |
een bed turf |
bed:
bęt (L266p Sevenum)
|
Leger met zes à zeven storten ertegenaan. [II, 79e]
II-4
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
loëstere (L266p Sevenum),
lŏĕstere (L266p Sevenum)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|