17775 |
enkel |
enkel:
enkel (L266p Sevenum)
|
enkel [SGV (1914)]
III-1-1
|
32625 |
enkele kunstmestsoorten |
kalk:
ka.lǝk (L266p Sevenum)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
33605 |
enten |
enten:
ente (L266p Sevenum),
entə (L266p Sevenum)
|
[RND 10] [SGV (1914)]
I-7
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
envelop (L266p Sevenum),
envlop (L266p Sevenum)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23608 |
epistel |
epistel (<lat.):
epistel (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19013 |
er heet aan toegaan |
er warm aan toe gaan:
wèrm an toe gaòn (L266p Sevenum),
er warm aan toegaan:
⁄t ging d⁄n wérm aantoe (L266p Sevenum)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22433 |
ereboog |
boog:
baog (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
boog (L266p Sevenum)
|
Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
33610 |
erf |
erf:
ɛrəf (L266p Sevenum),
hof:
hoͅ.f (L266p Sevenum),
mesten:
mēstə (L266p Sevenum),
plaats:
plats (L266p Sevenum),
toeplaats:
tuplats (L266p Sevenum)
|
I-7
|
33641 |
erf en omliggende landerijen |
hof:
hǭf (L266p Sevenum)
|
De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23]
I-8
|
20217 |
erfenis |
erfenis:
erfenis (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|