19337 |
gekheid maken |
gekheid maken:
gekheid maake (L266p Sevenum),
gekheid make (L266p Sevenum)
|
gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21466 |
gekkenhuis |
gekkenhuis:
gekke-hōēs (L266p Sevenum),
gekkenhŏĕs (L266p Sevenum)
|
een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21120 |
gekneusd |
geblutst:
WLD
geblutst (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
23537 |
geknield zitten |
knielen:
kneele (L266p Sevenum),
op de knien zitten:
op de knijje zitte (L266p Sevenum)
|
(onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20690 |
gekookte hersens |
harren:
Syst. WBD
harre (L266p Sevenum)
|
Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
17580 |
gekruld haar |
krulkop:
krulkop (L266p Sevenum)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
21274 |
geld |
centen:
cente (L266p Sevenum),
geld:
geld (L266p Sevenum),
gɛlt (L266p Sevenum),
xɛlt (L266p Sevenum),
poen:
pōēn (L266p Sevenum)
|
geld [RND] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
22100 |
geld inzetten |
poulen (<fr.):
poele (L266p Sevenum)
|
geld inleggen (inzetten)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24578 |
gelderse roos |
balroos:
WBD
balroës (L266p Sevenum),
WLD
bàl-roës (L266p Sevenum)
|
Gelderse roos (viburnum opulus). Tot 3 m hoge struik; de bladeren zijn enkelvoudig en 3- tot 5-lobbig, slap en grof getand; de bloemen staan in platte tuilen, die aan de rand groot, stervormig en onvruchtbaar zijn; de middelste zijn kleiner en vruchtbaar. [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24152 |
gele kwikstaart |
gele schrijver:
gele schrijver (L266p Sevenum),
kwikstaart:
kwikstaart (L266p Sevenum)
|
kwikstaart, geel [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)]
III-4-1
|