18312 |
geruite jurk |
ruitjeskleed:
ruutjesklied (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
jurk van geruite stof [ruutekeskleid] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21893 |
geschenk |
cadeau (fr.):
kedo (L266p Sevenum),
kedóo (L266p Sevenum)
|
dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24154 |
geschreeuw van leeuweriken |
zingen:
zingen (L266p Sevenum)
|
het geschreeuw van leeuweriken (kreeuwen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
20475 |
geslacht |
familie:
femielie (L266p Sevenum)
|
de gezamenlijke afstammelingen van een gemeenschappelijke stamvader, geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20312 |
geslachtsgemeenschap hebben |
bonzen:
Bet.: pinteneuker, godverneuker.
boemse (L266p Sevenum)
|
geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)]
III-2-2
|
34063 |
geslachtsrijpe koe |
dekrijp (bijvgl. nmw.):
dɛkrip (L266p Sevenum)
|
Jong rund dat oud genoeg is om gedekt te worden. [N 3A, 23]
I-11
|
33328 |
gesloten boerderijtype |
toe plaats:
tu [plaats] (L266p Sevenum)
|
De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4]
I-6
|
23491 |
gesloten kapelletje? |
kapelletje:
kepelke (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Een kapelletje waar men niet in kan, waarin achter traliewerk een kruis of een beeld staat. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
26869 |
gesneden banen |
banen:
bānǝ (L266p Sevenum)
|
Men snijdt evenwijdig rechte lijnen over de substantie en deze snijdt men weer rechthoekig door andere, zodat er regelmatige vierkanten ontstaan. In L 265 wordt het slijk in banen gesneden van 25 cm breedte en ongeveer 15 cm dikte. [I, 107b]
II-4
|
34472 |
gesneden haan |
kapuin:
kapūn (L266p Sevenum)
|
[N 19, 60a; monogr.]
I-12
|