33024 |
goede- opbrengst geven |
(is goed) verschaard/verschoren:
vǝrsxɛ̄rt (L266p Sevenum),
opbrengen:
ǫbręŋǝ (L266p Sevenum)
|
Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39]
I-4
|
21326 |
goedkoop |
goedkoop:
ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë.
gooje koeëp (L266p Sevenum)
|
goedkoop [SGV (1914)]
III-3-1
|
18954 |
goedzak |
goede hals:
⁄nne gooie hals (L266p Sevenum),
goedzak:
gòtzak (L266p Sevenum)
|
een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24958 |
golf |
golf:
gòlluf (L266p Sevenum)
|
golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24959 |
golven ww. |
golven:
gòlluve (L266p Sevenum)
|
golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24538 |
gom |
gom:
WLD
gòm (L266p Sevenum),
hars:
WLD
hars (L266p Sevenum)
|
De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17903 |
gooien |
gooien:
goje (L266p Sevenum),
gŏŏje (L266p Sevenum),
smijten:
smiete (L266p Sevenum)
|
gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || werpen [SGV (1914)]
III-1-2
|
20544 |
gort |
meel:
màèl (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
gort; Hoe noemt U: Graan dat op de molen verbrijzeld is, grutten (gort, grut, smoel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24411 |
gouden tor |
goudhaan:
WLD
goud-haane (L266p Sevenum),
goudhane (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u de gouden kever: een soort kever, 15-21mm lang, bladsprietig (goudkever, goudbeest, gouwke, hovenier) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20051 |
goudenregen (laburnum anagyroides med.) |
goudenregen:
WBD
gouden raegen (L266p Sevenum)
|
Gouden regen (cytisus laburnum). Goudgele bloemen in rijke, hangende trossen. De blaadjes zijn 3-tallig. Op de vlag (dit is het grootste kroonblad) zit een bruin honingmerk. De bloem heeft geen honing, maar wel een vlezige ring met voedsel voor insekten. [N 92 (1982)]
III-2-1
|