22379 |
jojo |
jojo:
jojo (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21814 |
jokken |
leugens (mv.):
laeges (L266p Sevenum)
|
onwaarheden vertellen [beuzelen, gekken, jokken, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
20310 |
jong (bn.) |
jong:
t kiengd is nog jōngk (L266p Sevenum)
|
jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)]
III-2-2
|
21914 |
jong dat pas kan vliegen |
pieper:
piëper (L266p Sevenum)
|
een jong dat pas kan vliegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21913 |
jong dat pluimen begint te krijgen (zn.) |
jong:
jòng (L266p Sevenum),
stoppelduif:
stòppel-doëf (L266p Sevenum)
|
een jong met schietende pluimen? [N 93 (1983)] || Hoe zegt men van een jong: "met schietende pluimen"? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24176 |
jong en kaal vogeltje adj. |
stoppelen:
beschrijvend
stoppele (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
34399 |
jong mannelijk schaap tot ongeveer een half jaar |
bokje:
bø̜kskǝ (L266p Sevenum)
|
[N 77, 4]
I-12
|
24338 |
jong van een dier |
bagge:
WLD van varken
bàkt (L266p Sevenum),
jong:
joŏng (L266p Sevenum),
joŋk (L266p Sevenum),
jōngk (L266p Sevenum),
jōŋk (L266p Sevenum),
WLD
jònk (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
klein beestje:
klein biezje (L266p Sevenum)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] || klein beestje [DC 37 (1964)]
I-11, III-4-2
|
34025 |
jong van een rund |
jong:
jǫŋ (L266p Sevenum)
|
[N 3A, 4]
I-11
|
34314 |
jong varken |
bag:
bak (L266p Sevenum),
bax (L266p Sevenum),
baggen (mv.):
bage (L266p Sevenum),
big:
bex (L266p Sevenum),
kiertje:
kerkǝ (L266p Sevenum)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|