e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klomp klomp: klomp (Sevenum), klòmp (Sevenum, ... ), klómp (Sevenum) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)] II-12, III-1-3
klomp van populierehout canadas: kanadas (Sevenum) Klomp die is vervaardigd uit het hout van de populier, en dan met name van de Canadese populier. De zandwijdenklomp was volgens het Tegels woordenboek (pag. 132) van canadahout gemaakt. [N 97, 151; monogr.] II-12
klomp van wilgehout wijdenklomp: wījǝnklomp (Sevenum), wilgenklomp: welgǝklomp (Sevenum) Klomp die vervaardigd is uit het hout van de wilg. [N 97, 152] II-12
klompen maken klompen maken: klompǝ mākǝ (Sevenum) In het algemeen met behulp van verschillende messen en boren uit blokken hout klompen vervaardigen. Om klompen te maken worden eerst van een boomstam stukken gezaagd die ongeveer de lengte van één klomp hebben. Deze stukken boomstam, bollen, worden vervolgens tot stukken gekliefd, blokken hout die groot genoeg zijn om er één klomp uit te vervaardigen. De klompenmaker bewerkt die stukken met klompenmakersbijl, dissel en paalmes tot ze de grove vorm van een klomp hebben gekregen. Daarna worden de ruwe klompen in de heulbank vastgezet en met verschillende boren en messen van binnen uitgehold. Tot slot worden instapgat en buitenkant van de klomp met behulp van fijnmes en schrapmes nog verder glad gemaakt. Naast de traditionele manier van klompenmaken die hierboven is beschreven, zijn er ook grotere, machinale klompenbedrijven waar de klompen met behulp van machines worden gemaakt. Het materiaal dat hier is opgenomen, betreft echter alleen het handmatig vervaardigen van klompen. [N 97, 3; monogr.] II-12
klompenhout klompenhout: klompǝhǫwt (Sevenum) In het algemeen het hout waaruit klompen worden gemaakt. Vooral het zachte hout van de snelgroeiende populier, en dan met name van de Canadese populier, is geschikt voor het vervaardigen van klompen. Ook wilgehout wordt veel gebruikt. Belangrijk is dat het hout zo weinig mogelijk noesten bevat, omdat dit tot ondichte klompen kan leiden. Zie ook de lemmata ɛklomp van populierehoutɛ en ɛklomp van wilgehoutɛ.' [N 97, 8] II-12
klompenmaker klompenmaker: klompǝmē̜kǝr (Sevenum) De persoon die het ambacht van klompenmaker uitoefent. [N 97, 1; monogr.] II-12
klompenmakerij klompenmakerij: klompǝmākǝri (Sevenum) Het bedrijf of de werkplaats waar klompen gemaakt worden. [N 97, 4] II-12
klompenmakersbijl bijl: bīǝl (Sevenum), kapbijl: kap˱bīǝl (Sevenum) Bijl met een breed, driehoekig snijblad en een korte steel waarmee een stuk in de grove vorm van een klomp wordt gekapt. Om de knokkels van de hand te beschermen is het huis van de bijl ten opzichte van het snijblad enigszins schuin aangesmeed. Zie ook afb. 233. [N 97, 11b; A 29a, 2b] II-12
klompenmakersgereedschap klompenmakersgerei: klompǝmākǝrs˲gǝręj (Sevenum) In het algemeen al het gereedschap dat de klompenmaker nodig heeft om klompen te vervaardigen. [N 97, 10; A 29, 2 add.; monogr.] II-12
klompenmakersknecht knecht: knɛx (Sevenum) Grotere klompenmakerijen hadden soms klompenmakersknechten in dienst die dan bijvoorbeeld het verbijlen en verdisselen van de ruwe klomp tot taak hadden of de heulwerkzaamheden aan de heulbank uitvoerden. [N 97, 2; monogr.] II-12