23313 |
kruisen, kruisdagen? |
kruisen:
krysər (L266p Sevenum)
|
kruisen [RND]
III-3-3
|
24100 |
kruisheer |
kruisheer:
kruushieër (L266p Sevenum)
|
Een Kruisheer [Kruushier]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22550 |
kruisjassen (kaartspel) |
kruisjassen:
kruus jasse (L266p Sevenum),
kruusjasse (L266p Sevenum)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23750 |
kruisje aan een kettinkje |
kruisje:
kruuske (L266p Sevenum),
kruiskettinkje:
kruuskettingske (L266p Sevenum)
|
Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23717 |
kruisje van de rozenkrans |
kruisje:
kruuske (L266p Sevenum),
rozenkranskruisje:
roezekranskruuske (L266p Sevenum)
|
Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24673 |
kruiskruid |
sint-jansbloem:
WLD
Sint Jans-bloom (L266p Sevenum)
|
Kruiskruid (senecio 5 tot 50 cm groot. De bladeren zijn bochtig veerspletig, kaal of licht spinnewebachtig behaard; de bloemen staan in kleine, langwerpige hoofdjes, straalbloemen ontbreken, de schijfbloemen ontbreken; omwindselblaadjes met zwarte top ( [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23314 |
kruisprocessie |
kruisprocessie (<lat.):
kruuspersessie (L266p Sevenum)
|
De processie die tijdens de kruisdagen gehouden wordt voor een goede oogst, de kruisprocessie . [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24380 |
kruisspin |
spin:
spin (L266p Sevenum)
|
kruisspin, spin met wit kruis op de rug die radvormig web maakt [N 26 (1964)]
III-4-2
|
23705 |
kruisteken |
kruisteken:
kruustaeke (L266p Sevenum),
kruusteiken (L266p Sevenum)
|
Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23799 |
kruisverering |
kruisverering:
kruusverieëring (L266p Sevenum)
|
Het gebruik om op Goede Vrijdag de relikwie van het Heilig Kruis te kussen, de Kruisverering. [N 96C (1989)]
III-3-3
|