| 21684 |
bekostigen? |
bekostigen:
beköstige (L266p Sevenum)
|
Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21357 |
bekvechten |
muilvechten:
moelvechte (L266p Sevenum),
moelvèchte (L266p Sevenum),
redeneren:
Van Dale: redeneren, 4. een betoog houden, argumenteren, redetwisten.
redeneere (L266p Sevenum),
stechelen:
stĕchele (L266p Sevenum)
|
een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)] || redetwisten [SGV (1914)] || ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 25075 |
belangrijk, van belang |
belangrijk:
belangriek (L266p Sevenum),
gewichtig:
gewichtig (L266p Sevenum)
|
van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 21715 |
belasting |
belasting:
belàsting (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21716 |
belastingbiljet |
aanslag:
aanslaag (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 34439 |
belhamel |
belhamel:
bɛlhāmǝl (L266p Sevenum)
|
Schaap dat voorop loopt. [N 78, 17a]
I-12
|
| 33960 |
bellen aan het haam |
kloters:
klǭtǝrs (L266p Sevenum)
|
Aan het haam zijn wel eens bellen bevestigd, waarvan er soms meerdere een krans kunnen vormen. Kloters zijn grote, ronde, koperen of bronzen bellen. Rongeltjes bestaan uit een krans van zeven tot acht kleine belletjes in verschillende tonen. [JG 1d; N 13, 14; monogr.]
I-10
|
| 33945 |
bellen aan het hoofdstel |
kloters:
klǭtǝrs (L266p Sevenum)
|
Soms kunnen er aan een hoofdstel bellen bevestigd worden, maar meestal gebeurt dat niet bij boerenpaarden. [N 13, 39]
I-10
|
| 23951 |
belofte |
gelofte:
gelofte (L266p Sevenum)
|
Een belofte. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 21600 |
belofte niet houden |
niet nakomen:
nit naokaome (L266p Sevenum),
nit naò-koome (L266p Sevenum)
|
een belofte niet houden [beenschijten, zijn woord intrekken, belezen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|