18695 |
overhemd |
sporthemd:
sporthemd (L266p Sevenum)
|
overhemd [ingels hemd, sporthemd, frontj] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33899 |
overhoef |
overhoef:
ǫu̯vǝrhūf (L266p Sevenum)
|
Verdikking van het kroonbeen boven de hoef. De knobbels op de kroonrand kunnen het gevolg zijn van eigen kroonbetrappeling, verstuiking en misstappen op een oneffen boden, of door betrappeling van andere paarden, vooral bij het draaien op het veld. Als deze beenwoekering groot van omvang is, wordt het kroongewricht stijf en gaat het paard kreupel. Zie afbeelding 14. [N 8, 90m]
I-9
|
17889 |
overhoop halen |
ondersteboven halen:
ungerste baove haale (L266p Sevenum),
ùngerste bouven hale (L266p Sevenum)
|
Overhoop halen (modden). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33512 |
overige erwten en bonen |
sleeperwten:
sleip erwt (L266p Sevenum)
|
Kent u de volgende benamingen van erwten? Hoe spreekt u deze uit? Wat betekenen ze? sleeperwt [N 71 (1975)]
I-7
|
18553 |
overjas (alg.) |
duffel:
duffel (L266p Sevenum),
overjas:
aoverjas (L266p Sevenum),
ouverjas (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
herenoverjas; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || overjas, lange ~, dik en warm [euverpalto, palzeer, jaager] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
32796 |
overlangs heen en weer eggen |
op de lengt [eggen]:
op ˲dǝ lęŋt (L266p Sevenum)
|
Bedoeld wordt de manier van eggen, waarbij men in de lengterichting werkend, na het keren de volgende egbaan onmiddellijk (soms met een kleine overlapping) laat aansluiten bij de vorige. Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten zie men de toelichting bij het lemma ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c + 1d; JG 2c; N 11, 84a; N 11A, 176c + 189c; monogr.]
I-2
|
21808 |
overleggen |
goed doorpraten:
good daorpraote (L266p Sevenum),
good doorpraòte (L266p Sevenum),
overleggen:
ouverlegge (L266p Sevenum),
ouverlègge (L266p Sevenum)
|
anderen raadplegen, een zaak met een ander bespreken [overleggen, ordenen, beraadslagen] [N 85 (1981)] || de beraadslaging, het overleggen met anderen [beschik, beleid, bezeei, beraad, overleg] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19484 |
overloop |
overloop:
aoverloeëp (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u de vloer boven tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers? (overloop, allee, denter) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
18847 |
overmoedig gedrag |
zonder bezei:
sònger bezéj (L266p Sevenum),
zònger beseij (L266p Sevenum)
|
overmoedig, roekeloos gedrag [cranerie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33051 |
overmouwen |
bindmouwen:
beŋmuu̯ǝ (L266p Sevenum)
|
De aflegger, en ook de binder (zie paragraaf 4.6), beschermde zijn armen tegen de stekende en snijdende halmen door er overmouwen overheen te schuiven. Vaak zijn het een paar oude kousen waarvan de teenstukken zijn afgeknipt; vandaar het type strompen: (afgesneden) kousen. [N 15, 54; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|