20691 |
runderlapjes |
runderlapjes:
Syst. WBD
runderlepkes (L266p Sevenum)
|
Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
34022 |
rundvee |
koevee:
kuvī (L266p Sevenum),
vee:
vī (L266p Sevenum)
|
Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
20666 |
rundvleessoep |
rundvleessoep:
Syst. WBD
rundvleissoep (L266p Sevenum),
versvleessoep:
Syst. WBD
vorsvleissoep (L266p Sevenum)
|
Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24371 |
rups |
koolrups:
kōēlrupse (L266p Sevenum),
rups:
roeps (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum)
|
groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)], [SGV (1914)] || rups rups [DC 46 (1971)]
III-4-2
|
23860 |
rustaltaar |
kapelletje:
kèpelke (L266p Sevenum),
rustaltaar:
reusaltaor (L266p Sevenum)
|
Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
17832 |
rusten |
rusten:
röste (L266p Sevenum),
schoften:
schofte (L266p Sevenum),
schòfte (L266p Sevenum)
|
rusten [SGV (1914)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21708 |
rusthuis |
gasthuis:
gashōēs (L266p Sevenum),
gaste (L266p Sevenum),
gàstus (L266p Sevenum)
|
een instelling waar oude mensen kunnen wonen en/of verzorgd worden [oude-mannenhuis, pekenshuis] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18119 |
ruw |
schraap:
schraap (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21364 |
ruw, hard |
hard:
haard (L266p Sevenum),
harde, een ~:
ènne haarde (L266p Sevenum),
ruw:
roöw (L266p Sevenum)
|
zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
31800 |
ruwheid op gezaagd hout |
haar:
hǭr (L266p Sevenum)
|
De ruwe vezels op een gezaagd (en nog niet geschaafd) stuk hout. De ruwheid kan ontstaan, wanneer de tanden van het zaagblad niet goed afgesteld zijn. [N 50, 92; N 53, 29b]
II-12
|