e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schemeren van de ogen demeren: ⁄t daemert (Sevenum) schemeren voor de ogen, sterretjes zien [mijn oogen schiemere] [N 10 (1961)] III-1-1
schemering, valavond schemer: schaemer (Sevenum) schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)] III-4-4
schenkel bats: bats (Sevenum), bàts (Sevenum), schenkel: schenkel (Sevenum) Bovenbeen boven de knie. Zie afbeelding 2.39. [N 8, 32.8, 32.9, 32.10 en 32.11] || schenkel; Hoe noemt U: Het onderste gedeelte van de achterpoot van een rund met het vlees eraan (schinkel, schenkel, bout, schenk, schonk) [N 80 (1980)] I-9, III-2-3
schenkkan bierkan: (vroeger uit zo\'n karaf op bv. bruiloften).  beerkan (Sevenum), kan: kan (Sevenum) karaf in het algemeen [N 20 (zj)] || karaf; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden (bierkrachtje, jeneverkrachje); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schepemmer houteren emmers: hǫwtǝrǝn ɛmǝrs (Sevenum) Met een schepemmer brengt men na het aan-trappen nog eens water over de specie heen. [I, 104g] II-4
scheren scheren: schaer (Sevenum), scheire (Sevenum), schère (Sevenum) scheren [DC 38 (1964)] III-1-3
scherp de waarheid zeggen uitschoppen: oetschoeppe (Sevenum), ps. boven de oë (van ...schoëpe) staat nog een lengteteken; deze combinatieletter kan ik niet maken/omspellen!  oëtschoëpe (Sevenum) iemand scherp de waarheid zeggen [blijspeten, uitschijten, bijvegen, uitmesten] [N 85 (1981)] III-3-1
scherp eggen diep derdoor houden: dēp ˲dǝrdǭ ̝r hǭi̯ǝ (Sevenum) Werken met een eg die "scherp" is aangespannen. De tanden van de eg staan dan schuin naar voren gericht en gaan dientengevolge diep door de grond heen. Zie afb. 69. De termen zijn primair van toepassing op het werk met de oude houten eg die schuingeplaatste tanden had. In streken waar men gezien de grondsoort met één egtype kon volstaan en bij de bestrijding van onkruid uitsluitend of voornamelijk scherp egde, kan voor "scherp eggen" en "onkruid uiteggen" dezelfde term in gebruik zijn (geweest). Voor het werkwoordelijk deel eggen en de weglating daarvan bij de varianten, zien men de toelichting bij het lemma ''eggen''.' [JG 1a + 1b add.; N 11A, 173a; N P, 15a; monogr.] I-2
scherp inhebben (het) scherp inhebben: (de koe heeft) sxɛrp en (Sevenum) Spijsverteringsstoornis die ontstaat doordat de koeien met het voedsel scherpe voorwerpen als stukjes ijzerdraad, spijkers en spelden opnemen. Wanneer deze scherpe voorwerpen in de netmaag terechtkomen, kan er een ernstige spijsverteringsstoornis ontstaan. De dieren herkauwen niet meer, nemen geen voedsel meer op en hebben een lichte trommelzucht. Omdat de netmaag slechts door het middenrif van het hart en hartenzakje gescheiden is, kunnen scherpe voorwerpen gemakkelijk daar terechtkomen. Ze veroorzaken dan een ernstige etterige ontsteking die kan leiden tot de dood van het dier. Zie ook het lemma ''scherp inhebben (ijzer)'' in wbd I.3, blz. 471-472. [N 3A, 93; A 48A, 53] I-11
scherp kijken scherp kijken: scherp kīēke (Sevenum) kijken: scherp kijken [miere, blieke] [N 10 (1961)] III-1-1