e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spieken foetelen: oneerlijk spelen met kaarten  foetele (Sevenum) spieken; Hoe noemt u bij een proefwerk stiekum gebruik maken van een boek of een papiertje/ [DC 48 (1973)] III-3-1
spier spier: spier (Sevenum) pees, spier [N 10 (1961)] III-1-1
spiertje trekken touwtje trekken: toeke trekke (Sevenum), toeketrekke (Sevenum) Loten met gras of lucifers (bijv. wie de langste trekt) [spiertje trekken, getuigen, tuigen]. [N 88 (1982)] III-3-2
spijbelen spijbelen: ps. invuller twijfelt over dit antwoord.  spiebele ? (Sevenum) spijbelen [SGV (1914)] III-3-1
spijlen aan de achterwand van de veenkruiwagen spillen: spelǝ (Sevenum) [II, 70e] II-4
spil vleugele-as: vlø̄gǝlǝ-as (Sevenum) De pin middendoor de u-vormige vleugel. Spil met vleugel en klos worden ieder afzonderlijk gedraaid door middel van de dubbele snaar, de trendel en de snaarschijf aan de klos (Grothe, pag. 284). Volgens de informant van L 291 draaide de spil in twee tongen van hardleer, die in de houten paaltjes waren bevestigd en gesmeerd werden met spekzwoerd. Door zijdelings wegdraaien van de spil kon men de as vrijmaken en de klos eruit nemen en erin zetten. [N 34, B17] II-7
spilwagen spilwagen: spelwāgǝ (Sevenum) Soort veenkruiwagen bestaande uit platte latten voor wat het laadgedeelte betreft. De achterwand heeft een schuin oplopende wand van 4 √† 5 rechtopstaande spillen. [II, 70] II-4
spin spin: spen (Sevenum), spin (Sevenum, ... ), spinnenkop: spìnnekop (Sevenum), vrijer: vrijer (Sevenum) huisspin, kamerspin, die binnenshuis horizontale webben spant [N 26 (1964)] || spin [RND], [SGV (1914)] || spin [spinnekop, spinnenbijter, vrijer] [N 26 (1964)] III-4-2
spinnen spinnen: spenǝ (Sevenum) De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.] II-7
spinnenweb spinnengeweef: spenəgəwɛəf (Sevenum), spinnenweb: spinnewép (Sevenum) spinnenweb [RND] || spinneweb [spinnegeweef, -gewep, -kop] [N 26 (1964)] III-4-2