| 33454 |
vertikale paal in een poort |
stijl:
stīl (L266p Sevenum)
|
Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c]
I-6
|
| 19304 |
vertrouwen |
trouwen:
troewe (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
trōēwe (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
| 21737 |
vervanger |
remplaant (fr.):
remplesáng (L266p Sevenum),
ràmplesang (L266p Sevenum)
|
iemand die in dienst gaat in plaats van een ander [remplaçant] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18928 |
vervelend werk |
geneuk:
geneuk (L266p Sevenum),
genèùk (L266p Sevenum)
|
vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18820 |
verveling |
lege tijd:
laegen tiĕd (L266p Sevenum)
|
de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 26886 |
vervener |
directeur:
directeur (L266p Sevenum)
|
De directeur van een veenmaatschappij. [II, 6]
II-4
|
| 21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
kartje (L266p Sevenum),
kàrtje (L266p Sevenum)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 19270 |
verwaarlozen |
geen zorg hebben:
det heb gèn zùrg (L266p Sevenum)
|
geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18815 |
verwachting |
op de uitkijk:
op t⁄n oetkièk (L266p Sevenum)
|
het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 20171 |
verwantschap |
familie:
femielie (L266p Sevenum),
fèmielie (L266p Sevenum)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|