18533 |
vestzakje |
vestjestasje:
vesjesteske (L266p Sevenum)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
30928 |
veter |
schoenriem:
sxōnrę̄m (L266p Sevenum)
|
Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi]
II-10
|
34071 |
vetkoe |
mestkoe:
mēs[koe] (L266p Sevenum),
vetkoe:
vɛt[koe] (L266p Sevenum)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
18479 |
vetleren schoen |
kistje:
Halfhoge schoen. [sic]
kēēsjes (L266p Sevenum)
|
Een ruwgemaakte, vetleren schoen, zwaar van kaliber en oerdegelijk, bedoeld voor de boeren bij het landwerk (ploegschoen, sokschoen?) Hoe ziet deze er uit? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
33665 |
vetweide |
vetwei:
vɛtwɛi̯ (L266p Sevenum)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̜̄lǝ (L266p Sevenum)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
23910 |
vier uitersten |
vier uitersten:
veer uuterste (L266p Sevenum)
|
De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22832 |
vieren |
houden:
gəhujə (L266p Sevenum),
vieren:
gəve.rt (L266p Sevenum)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
koffie en boterhammen ¯s winters wordt het middagmaal bij de boeren wel met 1/2 uur vervroegd, omdat het half elfke dan vervalt. Vooral bij grote namiddagswerkzaamheden
koffie (L266p Sevenum),
koffiedrinken, het -:
koffiedrinke (L266p Sevenum),
koffīēdrinke (L266p Sevenum),
koffietijd:
koffietīēd (L266p Sevenum),
namiddagse koffie, de -:
half vier
nàə-midāāgsə koffie (L266p Sevenum),
vieruurse koffie, de-:
veeraorse koffie (L266p Sevenum)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur 30 [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
23739 |
vijf wonden van christus |
vijf wonden:
vief wonge (L266p Sevenum)
|
De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|