18217 |
vod |
slet:
[Van Dale: slet, 1. <vero.> afgescheurde lap]
slet (L266p Sevenum),
tod:
WNT: tod (I), 1) Waardeloze, veelal gescheurde en smerige lap, lor, lomp, vod.
tod (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
todde (L266p Sevenum),
tòd (L266p Sevenum)
|
versleten stuk doek of stof [vod, bul, tod, slet] [N 86 (1981)] || vod [SGV (1914)] || vodden [SGV (1914)]
III-1-3
|
21396 |
voddenkoopman |
toddenkramer:
ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë.
toddekrieëmer (L266p Sevenum)
|
voddenkoopman [SGV (1914)]
III-3-1
|
22064 |
voederbak |
bak:
bak (L266p Sevenum)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de graanbak (waar de verschillend mengsels in worden bewaard)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22063 |
voederbeurt |
voederen, het -:
voore (L266p Sevenum)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een voederbeurt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33229 |
voederbieten |
kroten:
krūǝtǝ (L266p Sevenum),
voerkroten:
vōrkrūǝtǝ (L266p Sevenum)
|
Beta vulgaris L. subsp. vulgaris. De algemene benaming van de bieten die gekweekt worden om als veevoeder te worden gebruikt. De voederbiet groeit grotendeels boven de grond, in tegenstelling tot de suikerbiet waarvan alleen de bladerkruin boven de grond uitkomt. De plant gedijt het best op losse vochthoudende zandgrond en verdraagt zware stalmest- of gierbemesting. Het is vanouds een in Limburg veel verbouwd veevoeder dat in het eigen gemengde bedrijf werd benut. Voor de fonetische documentatie van het tweede woorddeel in de samenstellingen zoals voederbieten, waarvan dat tweede element ook als enkelvoudig woord in het lemma voorkomt, zie onder dat enkelvoudig woord, i.c. bieten. In de vragenlijsten is steeds naar de meervoudsvorm gevraagd. [N 12, 38; N 12A, 1; JG 1a, 1b, 1d, 2b, 2c; A 13, 2b; L 43, 4b; monogr.]
I-5
|
21958 |
voederen |
voeden:
vōi̯ǝ (L266p Sevenum),
voederen:
voore (L266p Sevenum)
|
Het geven van voer aan het vee. [Wi 36; Wi 39; L A2, 370; RND 8, 97; S 20; Vld.; monogr.] || Hoe heet verder in Uw dialect: de duiven een voederbeurt geven? [N 93 (1983)]
I-11, III-3-2
|
22073 |
voedermengsel voor duiven die moeten presteren (thans) |
vliegmengeling:
vleeg-mengeling (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor duiven die moeten presteren [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22069 |
voedermengsel voor duiven die moeten presteren (vroeger) |
vliegvoeder:
vleeg-voor (L266p Sevenum)
|
Hoe noemde men vroeger, toen de duivenvoeders nog niet fabrieksmatig bereid werden, het speciale voedermengsel voor duiven die moesten presteren [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22071 |
voedermengsel voor duiven in de kweekperiode (thans) |
kweekmengsel:
kweek-mengsel (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt men thans het fabrieksmatig bereide, speciale voedermengsel voor duiven in de kweekperiode [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21963 |
voedermengsel voor duiven in de kweekperiode (vroeger) |
kweekvoeder:
kweek-voor (L266p Sevenum)
|
Hoe noemde men vroeger, toen de duivenvoeders nog niet fabrieksmatig bereid werden, het speciale voedermengsel voor duiven in de kweekperiode [N 93 (1983)]
III-3-2
|