e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wensen gaarne willen: gêr wille (Sevenum), wensen: ps. invuller twijfelt over dit antwoord.  wensche ? (Sevenum) wenschen [SGV (1914)] III-1-4
wentelploeg wendelploeg: wɛ ̝ndǝl[ploeg] (Sevenum), wentelploeg: wɛntǝl[ploeg] (Sevenum) Een wentelploeg is een karploeg met tenminste twee ploeglichamen, die - boven elkaar aan de ploegboom bevestigd - elkaars spiegelbeeld vormen en bij het keren samen met de ploegboom 180¬∞ worden gedraaid. Aan de boom van zulk een ploeg zitten gewoonlijk ook twee kouters en twee voorscharen. Vroeger kon de wentelploeg ook een voet- of radploeg zijn. Omdat de ploegboom van een dergelijke ploeg niet in zijn geheel gedraaid kon worden, was het dubbele ploeglichaam draaibaar bevestigd aan het achterstuk van de ploegboom. Dit type wentelploeg heet achterwentelaar of staartwentelaar. Een voet- of radploeg met een ploeglichaam dat onder de ploegboom door gewenteld kan worden, wordt wel onderwentelaar genoemd. [JG 1b + 1b; JG 2a-1, 6 ; JG 2b-4, 1; N 11, 30; N 11A, 71 + 72 + 73; N J, 10 add.; N 27, 14 + 15 add.; A 27, 24 add.; monogr.] I-1
wereldgeestelijke wereldheer: waereldhieër (Sevenum) Een wereldgeestelijke, priester van een bisdom. [N 96D (1989)] III-3-3
werk (zn) werk: werk (Sevenum) werk; ben je klaar met je -? [DC 03 (1934)] III-3-1
werk (zn.) werk: werk (Sevenum, ... ) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] || werk (zn.): (Ik gebruik de auto niet veel). Ik voel me het lekkerste als ik geregeld naar mijn - loop. [DC 39 (1965)] III-3-1
werkbroek bombazijnen boks: bombǝzinǝboks (Sevenum) De kleding van de turfsteker moet eerder sterk zijn en meer berekend op de invloed van wind, regen en zonneschijn dan fraai. [I, 20] II-4
werkdaagse jas `s werkendaagse jas: inne swerkendagse jas (Sevenum) werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)] III-1-3
werkdag werkendag: inne swerkendagse jas (Sevenum), swerkendigse dinge (Sevenum) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] || werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)] III-3-1
werken werken: werke (Sevenum, ... ), wèrke (Sevenum), wɛrkə (Sevenum) arbeid verrichten [werken, arbeiden, wrochten] [N 85 (1981)] || geregelde arbeid verrichten; zijn taak, beroep of bedrijf uitoefenen [werken, arbeiden, wrochten] [N 89 (1982)] || het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] || werken [RND] III-3-1
werklustig volslags: volslaags (Sevenum), volslags (Sevenum) niet bang voor moeite [moedig, dapper] [N 85 (1981)] III-1-4