e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
willekeurig, van de maat gezegd op het oog af: op ǝt duǝx āf (Sevenum) Wanneer men de maat van de turf niet zo nauw neemt, steekt men de turf op het oog. [I, 57] II-4
willen willen: wille (Sevenum, ... ) willen [SGV (1914)] || willen (geen context) [DC 38 (1964)] III-1-4
wimpel vaan: vaan (Sevenum, ... ) een lange smalle vlag [wimpel, vleugel] [N 90 (1982)] III-3-1
wind poepje: puupke (Sevenum), scheet: scheet (Sevenum) Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)] III-1-1
winderig weer bol weer: bòl waer (Sevenum), bôl waer (Sevenum) winderig, gezegd van het weer [zuchtig] [N 81 (1980)] III-4-4
windhoos meierijse heks: een meyeriēse heks (Sevenum) klein windhoosje, dwarrelig van bladeren en zand [echelstaart, keujmenke] [N 22 (1963)] III-4-4
windstilte bladstil (weer): blaad-stil (Sevenum), blaadstil (Sevenum), windstil (weer): wink-stil (Sevenum) windstil, zonder wind, gezegd van het weer [blak, stil] [N 81 (1980)] || windstilte, toestand dat er geen wind is [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
windzuiger windhapper: weŋkhapǝr (Sevenum), windzuiger: wentjzȳ.gǝr (Sevenum) Paard dat zich bijv. op de rand van een deur of voerbak vastklemt en met een klokkend geluid lucht naar binnen zuigt, die in de plaats van in de longen in de maag terechtkomt. Door te veel lucht in de maag kan het koliek (zie het lemma ''buikkrampen'' (7.4)) krijgen. [JG 1a, 1b; N 8, 62q, 84f en 85; A 48A, 41b en 41c] I-9
winkel winkel: winkel (Sevenum, ... ), slecht leesbaar  winkel aopehaoje (Sevenum) het huis of een gedeelte van een huis waar koopwaren in het klein worden verkocht [winkel, nering, doening] [N 89 (1982)] || winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1
winkel drijven winkel openhouden: slecht leesbaar  winkel aopehaoje (Sevenum) winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1