e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

Gevonden: 6012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bonenkruid bonenkruidje: WLD  boène-kruutje (Sevenum, ... ) Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
bonk bonk: boŋk (Sevenum) Strook tussen twee evenwijdige dwarsgreppels. [II, 43] II-4
bonk- of grauwveen schaverd: sxāvǝrt (Sevenum), turf: tø̜rǝf (Sevenum), vale: vālǝ (Sevenum) De bovenste laag in het veen. Deze bonklaag behoort tot het voedselarme veen en bestaat voor het overgrote deel uit weinig of niet vergaan sphagnum of veenmos. Turf uit deze laag dient vooral als aanmaakturf. [I, 2e; N 27, 19a] II-4
bonkschop afbonkschup: āfboŋksxøp (Sevenum), vlinkenspade: vleŋkǝspāj (Sevenum) Schop om plaggen af te steken of om de bovenlaag van het veen te steken. [I, 29c; I, 34; I, 35] II-4
bonkturf of bonkveen bonksel: boŋksǝl (Sevenum) De 10 tot 20 cm dikke bovenste laag van het grauwveen. Ze bestaat uit de wortels van planten die aan de oppervlakte groeien. [II, 16] II-4
bonnet bonnet (<oudfr.): bonnet (Sevenum) De bonnet van de priester. [N 96B (1989)] III-3-3
bont als apart kledingstuk pels: pels (Sevenum) bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)] III-1-3
bont en blauw slaan blond en blauw slaan: bloŋt ɛm blau gəslāgə (Sevenum) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
bont geruite langwerpige omslagdoek neusdoek: nuizik (Sevenum) omslagdoek, bont geruite langwerpige (stola-achtige) ~ voor meisjes [bonte nuzzik] [N 25 (1964)] III-1-3
bonte koe met rode kop roodkop: rūtkǫp (Sevenum) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123a] I-11