e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

Gevonden: 6012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
catechismusles catechese: kategies (Sevenum) Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)] III-3-3
cent cent: cent (Sevenum) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centiare, maat van 1 m2 centiare: centiaar (Sevenum, ... ) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4
cervelaatworst droogworst: druugwôrs (Sevenum), druëgwaors (Sevenum), drūūgwörs (Sevenum), drûûgwòòrs (Sevenum) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: chagrien (Sevenum), schagrijn (Sevenum), chagrijnig: sagreinig (Sevenum) chagrijn [SGV (1914)] || een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)] III-1-4
christoffelmedaille christoffelmedaille (<fr.): christoffelmedalie (Sevenum) Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)] III-3-3
chrysant chrysant: WBD  krisant (Sevenum) Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)] III-2-1
ciborie ciborie (<lat.): cibories (Sevenum), sibori (Sevenum), kelk: kelk (Sevenum) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] || Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei sokkerij: sòkkerei (Sevenum), sòkkrei (Sevenum), suikerij: sòkkerei (Sevenum), sòkkrei (Sevenum) cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3
circus circus: circus (Sevenum), cirque (fr.): serk (Sevenum) Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)] III-3-2